Het kabinet gaat box 3 grondig aanpassen
Op 6 september 2019 heeft de Staatsecretaris van Financiën een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met een voorstel om box 3 grondig te wijzigen. De voornaamste reden om de regels aan te passen is de grote onvrede over het feit dat nu belasting wordt geheven over niet genoten rendementen (de spaarrente is tegenwoordig nihil en wordt waarschijnlijk negatief). Het wetsvoorstel zal vóór de zomer van 2020 worden ingediend. Het is de bedoeling dat de wet per 1 januari 2022 in werking treedt.
In het voorstel wordt rekening gehouden met de werkelijke samenstelling van het vermogen. Dit vermogen wordt onderverdeeld in spaartegoeden, overige bezittingen en schulden, elk met hun eigen forfaitair rendement. Dit forfaitair rendement zal jaarlijks worden vastgesteld en zo goed mogelijk aansluiten bij de werkelijke rendementen. Het belastingtarief in box 3 zal stijgen van 30% naar circa 33%.
Systematiek:
- Zijn de bezittingen hoger dan het heffingsvrije vermogen (momenteel € 30.360 per belastingplichtige)? Als het vermogen lager is dan het heffingsvrije vermogen, dan is geen sprake van belastingheffing. Zo ja, dan komt het volgende aan de orde:
- Het vermogen wordt onderverdeeld in spaargeld, overige bezittingen en schulden.
- Iedere categorie heeft een eigen forfaitair rendement (cijfers op basis van 2020):
- Forfaitair rendement over spaargelden: 0,09%
- Forfaitair rendement over overige bezittingen: 5,33%
- Forfaitaire debetrente over schulden: 3,03%
- Het forfaitair inkomen in box 3 wordt als volgt berekend:
(0,09% x spaartegoeden) + (5,33% x overige bezittingen) -/- (3,03% over de schulden)
- Van dat inkomen gaat het heffingvrij inkomen van € 400 af.
- Het restant wordt belast tegen een tarief van 33%.
Bij een rente van 0,09% is een spaartegoed van circa € 440.000 belastingvrij. Als de rente stijgt, dan daalt het belastingvrij spaartegoed. Bijvoorbeeld bij een rente van 1% is het spaartegoed nog maar tot € 40.000 belastingvrij!
Wat zijn de gevolgen?
- Als u vooral spaargeld heeft, zal de aanpassing betekenen dat u minder belasting over het box 3 vermogen gaat betalen.
- Als u voornamelijk beleggingen heeft (overige bezittingen), dan is de verwachting dat u meer belasting gaat betalen.
- Als u beleggingen (effecten of onroerend goed) heeft gefinancierd, dan kan dit betekenen dat u aanzienlijk meer belasting gaat betalen dan nu het geval is.
- Het financieren van overige bezittingen wordt duurder. De extra fiscale kosten moeten betrokken worden bij de vraag of met eigen vermogen of vreemd vermogen wordt belegd.
- Niet alleen de omvang van uw vermogen is relevant, maar ook de samenstelling van het vermogen wordt van belang bij de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting. Als u bijvoorbeeld € 300.000 op een spaarrekening heeft, dan betaalt u geen belasting in box 3, maar als u daarmee gaat beleggen gaat u wel belasting betalen.
We moeten het wetsvoorstel afwachten om te weten hoe de wijzigingen exact zullen zijn. Daarna kan worden bezien wat voor u de gevolgen zijn. De gehanteerde rendementen en bijbehorende belastingtarieven kunnen wijzigen.
Mocht u hierover vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met onze belastingadviseurs.
De in dit bericht aangeboden informatie is bedoeld als informatie in algemene zin en is niet gericht op uw persoonlijke situatie. Dit bericht kan niet worden beschouwd als een advies.